| Serie | De Vogelserie |
| Autor | Achilles Cools |
| Sprache | Niederländisch |
| ISBN | 9789045032399 |
| Verlag | Atlas Contact Uitgeverij |
| Seiten | 192 |
| Größe | 21,6 x 14,6 x 1,6 cm |
| Format | Taschenbuch |
| Bilder | Nein |
| Erscheinungsjahr | August 2016 |
Een paar jaar lang heeft hij hun gedrag dagelijks geobserveerd en ook geprobeerd de wereld door hún ogen te zien. Waarom zijn die mannen zo bloedmooi en vrouwen muisgrijs? Zijn mannen altijd siermakers en vrouwen kunstkenners? En waarom behoort de goudvink niet tot de topzangers, terwijl hij zachtjes bijzondere melodieën kan fluiten? Cools wisselt eigen observaties af met onderzoek over de goudvink. Dat heeft geresulteerd in een unieke monografie over een van onze mooiste vogels.
Achilles Cools is een kunstenaar bij wie leven en werk in elkaar vloeien. Al wat hij doet heeft met elkaar te maken. In zijn kunst staat de natuur centraal in al zijn aspecten. In het bijzonder is het de kauw, een vogel die voor alles staat. Op het dak van zijn huis heeft hij voor de tamme kauwen die rond hem leven een hoge toren gebouwd. Zo volgt hij ze dagelijks in hun doen, en uit wat ze vertellen maakt Achilles zijn eigenzinnige kunst. Het is dan ook vanzelfsprekend dat de kauw het hoofdmotief is in zijn kunst. Achilles bekijkt alles door de ogen van de kauw om zo een visie te krijgen op de wereld en wat daarin gebeurd. Over wat wij zijn en wie wij zijn. Hij gaat op zoek naar de diepere betekenis van de kauw en ontdekt het essentiële van de mens. De kauwen stellen nog alle dagen duizend vragen. Steeds zorgt hij dat de kauw weer opduikt in zijn werk. Dat doet hij als schilder, tekenaar, graficus, beeldhouwer, schrijver.
Recensie
De auteur heeft zijn wilde tuin, met zowel bos, heide, voedertafels als vennetjes, in de loop der jaren zo ingericht dat alle vogels en vooral de goudvink welkom zijn. Goudkoorts, noemt hij het. Zijn persoonlijke ervaringen met de goudvink komen aan bod, en het leven van de goudvink van paring, nestbouw, leg, geboorte, trek, voeding tot de dood, wordt in detail, liefdevol en zeer verhalend beschreven. Goudvinken verschillen door bepaalde fysiologische kenmerken nogal van andere vinken. De enorme zangvariatie wordt geroemd, goudvinken zijn goede imitatoren en werden daar al heel vroeger voor gevangen en getraind. Eén floot zelfs het Wilhelmus. Bonte vliegenvanger en putter (Engels: goldfinch; bull finch is de goudvink, vanwege de stevige nek van de vink) hebben eigen hoofdstukken. De auteur geeft alle vogels menselijke kenmerken: ze zijn onthutst, verbaasd of kijken ergens met verlangen naar. De invloed van de mens (onder andere landbouw) en het aanpassingsvermogen van de goudvink komen ruimschoots aan de orde. Jammer dat er buiten een tekening van een goudvink op het omslag geen enkele foto of afbeelding in het boek staat. De auteur schreef eerder onder meer over kauwen. Met bibliografie.
Lisette Eindhoven
